Dit boek is een uitstekende uiteenzetting van alles wat men moet weten om de oorlog tussen Rusland en Oekraïne te kunnen begrijpen en plaatsen. Helder betoog, passende quotes van kenners in en buiten Rusland. Warm aanbevolen.
Recensie van Emmanuel Waegemans, emeritus hoogleraar slavistiek KU Leuven. Gepubliceerd op de website van het Nederland-Rusland Centrum
De auteur is geen onbekende in Nederland. Ze studeerde in Leningrad en was later correspondent voor De Volkskrant. Het is een van de drijvende figuren achter het kennisplatform «Raam op Rusland», dat wekelijks uitstekende bijdragen en analyses brengt van de situatie in Rusland op militair, economisch, politiek en cultureel gebied (samen met Laura Starink en Hubert Smeets).
Nu brengt ze in een klein boekje een volledig overzicht van wat er tussen Rusland en het Westen / de Verenigde Staten verkeerd is gegaan en vraagt zich af of het ook anders had gekund.
Ik zet de bevindingen en conclusies van de auteur op een rijtje :
-
Het plan om Oekraïne in een blitzkrieg op de knieën te krijgen getuigt van zelfbegoocheling. En dat voor een ex-KGB-er en hoofd van de inlichtingendienst.
-
Hij percipieert Oekraïne als een anti-Rusland en als dusdanig mag het niet blijven bestaan. Het land heeft geen recht op bestaan. Hij ziet Rusland en Oekraïne als ‘ons gemeenschappelijk vaderland’, wat van weinig kennis van de geschiedenis en mentaliteit van de Oekraïners getuigt.
-
Hij heeft het Oekraïense leger zwaar onderschat en Zelensky als een lafaard gezien, die bij de invasie de benen zou nemen.
-
Hij ziet zichzelf als een staatsman met missie – de eenheid van tijdens de Sovjetunie en het tsaristische Rusland herstellen, waardoor hij aantoont in het verleden te leven in plaats van een plan voor de toekomst uit te dokteren.
-
In plaats van zich tevreden te stellen met de twee separatistische provincies valt hij heel Oekraïne aan.
-
In zijn rechtvaardiging van de ‘speciale operatie’ spreekt hij van de ‘zuivering’ van de Russische maatschappij van criticasters en anti-patriotten, een angstaanjagende verwijzing naar de Stalintijd.
-
Hij denkt met de oorlog tegen het buurland patriottische eenheid te kunnen bewerkstelligen en gebruikt als symbool de letter Z, die in het Russisch niet eens bestaat (cynici grapten ‘zwastika’).
-
Hij trekt van leer tegen zogezegde Oekraïense (neo-) nazi’s die in Kiev de dienst zouden uitmaken, terwijl die een quantité négligeable in het politieke spectrum van Oekraïne zijn. En wat dat nazisme dan precies inhield, dat werd nooit ergens uitgelegd. De kritiek op Oekraïens ‘rechts’ belette hem niet met twijfelachtige rechtse politici in het Westen onder één hoedje te spelen (Marine Le Pen, Lega Nord, Alternative für Deutschland, Geert Wilders, Thierry Baudet, Berlusconi, het Vlaams Belang).
-
Hij schildert de majdanopstand af als een rechtse staatsgreep, terwijl het eigenlijk eerder ‘een linkse volksbeweging’ (62) was. Door de systematische propaganda op de staatstelevisie (sinds enkele jaren een pleonasme, want er bestaat nog alleen door de staat gerunde en betaalde televisie) krijgt de Russische bevolking een vertekend beeld van het werkelijke Oekraïne : ‘pro-Europees, rommelig en buitengewoon corrupt, maar wel met vrije verkiezingen, vrijheid van meningsuiting en organisatie, pluriforme media en minderheidsrechten’ (64). Hij heeft er zelf mee toe bijgedragen dat de Oekraïense nationalist Bandera (WO II) enorm aan populariteit won.
-
Waarom wilde hij een oorlog? Omdat hij het wilde en niemand hem tegenhield (73). Hij was een soort Nicolaas I die de revolutiegolf in Europa niet wilde laten overwaaien naar Rusland. In 2019 was de Krim-euforie uitgewerkt (76) en moest hij iets anders bedenken om zijn dalende populariteit wat op te krikken. Rottenberg betoogt dat hij ook andere wegen had kunnen bewandelen, maar dat hij niet bereid was hervormingen door te voeren (78).
-
In de zomer van 2021 publiceerde hij zijn visie op de Oekraïne in zijn opstel ‘Over de historische eenheid van Russen en Oekraïners’, waarvoor een student bij mij in de eerste bachelor zou zakken. Hallucinant is daarin de uitspraak ‘Ware soevereiniteit is alleen mogelijk als partner van Rusland’ (81). Hij hoefde nu alleen nog te wachten op een gunstig moment.
-
De inlijving van de Krim en de annexatie van de Donbas versterkten in Oekraïne alleen maar het verlangen om bij de NAVO en de EU te komen. Hij bereikt het tegenovergestelde van wat hij eigenlijk wil. Poetin lijdt aan een omsingelingscomplex (89).
-
In plaats van aan een nieuwe nationale identiteit te werken, een nationale idee voor Rusland uit te werken, werpt hij zich in een koloniale oorlog, waardoor Oekraïne de gelederen sluit en tot een ‘moderne natie’ wordt gesmeed (106).
-
In plaats van open uit te komen voor zijn neokoloniale ambities, schildert hij het conflict af als een strijd tussen Rusland en de VS, waarbij Oekraïne het ‘toevallige slagveld’ is (113).
-
Die oorlog, die bijna protestloze aanval op een ‘broedervolk’ was mogelijk door de ‘naakte dictatuur’ die hij de laatste tien jaar heeft geïnstalleerd – niemand durft nog zijn mond open te trekken. Zelfs over het verleden kan niet meer gepraat worden – het misdadige Sovjetverleden is niet verwerkt, laat staan veroordeeld (141). Van catharsis na drie generaties dictatuur is geen sprake.
-
De militaire fiasco’s van het Russische leger in Oekraïne tonen aan dat Rusland misschien wel een reus op lemen voeten is, dat Poetin zijn hand overspeeld heeft en in plaats van Rusland groot te maken, het land te grond heeft gericht (146). Rottenberg besluit : ‘Met Poetin hoeft niemand medelijden te hebben. Hij is een meedogenloze dictator. Maar hij is ook een tragische figuur geworden. Alles wat hij met zijn invasie dacht te bereiken, is in het tegendeel omgeslagen.’ (168)
Conclusie: Dit boek is een uitstekende uiteenzetting van alles wat men moet weten om de oorlog tussen Rusland en Oekraïne te kunnen begrijpen en plaatsen. Helder betoog, passende quotes van kenners in en buiten Rusland. Warm aanbevolen.